Een billijke vergoeding is de extra ontslagvergoeding die de rechter aan een werknemer kan toekennen. Voorwaarde is dat de werkgever ernstig verwijtbaar jegens de werknemer heeft gehandeld. De billijke vergoeding kan aan de werknemer worden toegekend als de werkgever de arbeidsverhouding bewust verstoort, de werknemer zonder geldige ontslagreden ontslaat, de re-integratie van de werknemer frustreert, discrimineert of seksueel intimideert.
De wet biedt geen formule voor de berekening van de billijke vergoeding. Er geldt geen minimum of maximumbedrag. Een billijke vergoeding komt bovenop de transitievergoeding.
Billijke vergoeding loopt snel op
Kort na de introductie van de WWZ was de rechter terughoudend in het toekennen van een billijke vergoeding met een substantiële omvang. Na enige gewenning aan deze nieuw geïntroduceerde vergoeding lopen de bedragen snel op. In 2018 werd het maximumbedrag tot dan toe bereikt: € 628.000,00 (bruto). In 2019 werd dat "record" – zij het tijdelijk – verbroken.
Talpa-zaak
In de zogenaamde Talpa-zaak verweet Kantonrechter Almere Talpa in zijn uitspraak van 14 maart 2019 (ECLI:NL:RBMNE:2019:1106) dat zij de arbeidsverhouding met haar creative director zodanig had verstoord dat de arbeidsovereenkomst moest eindigen. Als gevolg van die door toedoen van Talpa geforceerde beëindiging van de arbeidsovereenkomst liep de creative director een winstuitkering, die in 2020 kon oplopen tot meer dan € 000.000,00 mis. Alle feiten en omstandigheden afwegend kende de kantonrechter de creative director een billijke vergoeding van € 1.026.449,08 (bruto) toe. Voor Talpa was dit aanleiding om de zaak in hoger beroep aan Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden voor te leggen. Het gerechtshof oordeelt in zijn uitspraak van 4 november 2019 (ECLI:NL:GHARL:2019:9541) dat de arbeidsverhouding tussen Talpa en de creative director onherstelbaar is verstoord. De ontbinding van de arbeidsovereenkomst door de kantonrechter is dan ook terecht. Echter, anders dan de kantonrechter ziet het gerechtshof in de relevante feiten en omstandigheden geen aanleiding om te oordelen dat Talpa van die verstoring en dus de ontbinding van de arbeidsovereenkomst een ernstig verwijt kan worden gemaakt. Het gerechtshof veroordeelt de creative director – op fiscaal technische gronden – tot terugbetaling van het netto equivalent van de door hem ontvangen billijke vergoeding, te weten een bedrag van € 492.695,56.
Niet genoeg?
Het geen genoegen willen nemen met een door Kantonrechter Lelystad in zijn uitspraak van 21 februari 2019 (ECLI:NL:RBMNE:2019:9272) toegekende billijke vergoeding van € 150.000,00 (bruto) komt de werkneemster, die tegen deze uitspraak hoger beroep instelt bij Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden duur te staan. De kantonrechter oordeelde dat de werkgever van de verstoorde arbeidsverhouding met de werkneemster een verwijt kon worden gemaakt en kende deze billijke vergoeding toe. De werkneemster had echter € 300.000,00 (bruto) geclaimd en stelde hoger beroep in. In zijn uitspraak van 29 oktober 2019 (ECLI:NL:GHARL:2019:9272) oordeelt het gerechtshof dat de kantonrechter de arbeidsovereenkomst op juiste gronden heeft ontbonden. Het verwijt van de werkneemster dat de kantonrechter bij het bepalen van de hoogte van de toegekende billijke vergoeding de in acht te nemen feiten en omstandigheden niet juist had gewaardeerd wordt door het gerechtshof niet gehonoreerd. Evenmin haar claim tot betaling van een – in hoger beroep verhoogde – billijke vergoeding van ruim € 700.000,00 (bruto). In plaats daarvan concludeert het gerechtshof dat de door de werkneemster aan de werkgever gemaakte verwijten, voor zover deze al terecht waren, de door de wetgever gestelde hoge lat van ernstige verwijtbaarheid niet haalden. Van doelbewuste aansturing van de werkgever op een verstoorde arbeidsverhouding is geen sprake. De werkneemster dient het bedrag van € 160.000,00 aan de werkgever terug te betalen.
Billijke vergoeding afhankelijk van alle omstandigheden van het geval
In zijn uitspraak van 14 februari 2019 (ECLI:NL:SHGHE:2019:516) geeft Gerechtshof ’s-Hertogenbosch een vervolg aan de uitspraak van de Hoge Raad van 30 juni 2017 (ECLI:NL:2017:1187). In die uitspraak oordeelde de Hoge Raad dat de hoogte van de billijke vergoeding afhankelijk is van alle omstandigheden van het geval. De werkneemster wiens arbeidsovereenkomst wegens een verstoorde arbeidsverhouding was ontbonden en die hoog had ingezet – zij claimde een bedrag van € 100.000,00 – wordt een billijke vergoeding van slechts € 4.000,00 toegekend. De kosten van de procedure – ruim € 8.000,00 – moeten door de werkneemster worden betaald.
Gepubliceerd op 6 mei 2020.
Dit artikel maakt deel uit van de Update Arbeidsrecht 2019. Deze update signaleert relevante en opmerkelijke uitspraken. Ook staan in de update relevante ontwikkelingen die voor zowel werkgevers als werknemers bruikbaar zijn. Wilt u op de hoogte blijven van alle belangrijke updates? Aanmelden voor de Update Arbeidsrecht 2019 kan hier.