Nieuwsbrief
Ontvang tips en uitnodigingen
Blijf up-to-date en maak gebruik van onze juridische kennis
De Wet Werk en Zekerheid (WWZ) brengt een aantal veranderingen met zich mee
De Wet Werk en Zekerheid (WWZ) brengt een aantal veranderingen met zich. Vóór 1 juli 2015 bestond de keuzemogelijkheid om de daadwerkelijk geleden schade, dan wel gefixeerde schadevergoeding (vastgestelde aan de hand van het bruto loon) te vorderen. UPDATE: Per 1 januari 2020 treedt de Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB) in werking. Lees meer over deze nieuwe wet...
De WWZ biedt enkel de mogelijkheid om gefixeerde schadevergoeding te vorderen. Het gefixeerde karakter van de schadevergoeding heeft het voordeel dat het daadwerkelijk bestaan van schade of de omvang daarvan niet hoeft te worden bewezen.
Als een arbeidsovereenkomst wordt opgezegd, dient een opzegtermijn in acht te worden genomen. Primair dient de wettelijke opzegtermijn in acht te worden genomen, welke afhankelijk is van de arbeidsduur. Bij een arbeids-duur korter dan 5 jaar bedraagt deze wettelijke opzegtermijn 1 maand voor de werkgever. De wet biedt de mogelijkheid om van deze opzegtermijn in de arbeids-overeenkomst of in de collectieve arbeidsovereenkomst af te wijken.
Wordt de opzegtermijn niet in acht genomen, dan spreekt men van een onregelmatige opzegging. De arbeidsovereenkomst eindigt eerder dan wanneer de wettelijke opzegtermijn in acht zou zijn genomen.
Een werkgever die onregelmatig opzegt is schadeplichtig tegenover de werknemer. De schadevergoeding is gelijk aan het bedrag aan (bruto) loon dat een werkgever had moeten betalen in het geval dat de opzegtermijn in acht zou zijn genomen, dit noemt men gefixeerde schade-vergoeding. De werkgever die de arbeidsovereenkomst bijvoorbeeld opzegt tegen 10 januari, terwijl hij pas kon opzeggen tegen 31 mei, is gehouden het loon dat de werknemer anders over deze maanden nog had ontvangen te betalen in de vorm van gefixeerde schadevergoeding.
De kantonrechter heeft de bevoegdheid de gefixeerde schadevergoeding te matigen, indien deze hem onredelijk hoog voorkomt. Hierbij valt te denken aan de situatie dat de werknemer zeer lang heeft gewacht met het indienen van zijn vordering.
Een werkgever kan gefixeerde schadevergoeding vorderen bij ontslag op staande voet. Hierbij valt ten eerste te denken aan de situatie dat de werknemer hem directe aanleiding (bijv. diefstal, belediging, dronken-schap of bedreiging heeft gegeven om de werknemer op staande voet te ontslaan. Ten tweede kan een werkgever gefixeerde schadevergoeding vorderen in het geval dat een werknemer ontslag op staande voet neem, zonder dat er sprake is van een directe aanleiding.
De werknemer kan een gefixeerde schadevergoeding vorderen wanneer blijkt dat hij ten onrechte is ontslagen. Bij een onterecht gegeven ontslag op staande voet kan de werknemer die twee jaar of langer in dienst is naast de gefixeerde schadevergoeding aanspraak maken op de transitievergoeding en eventueel op een door de rechter toe te kennen billijke vergoeding. De hoogte van de te ontvangen vergoeding kan hiermee aanzienlijk oplopen.
Gepubliceerd op 30 juni 2016.
Nieuwsbrief
Ontvang tips en uitnodigingen
Blijf up-to-date en maak gebruik van onze juridische kennis