In mijn praktijk krijg ik regelmatig vragen over de kosten van een uitvaart. Het blijkt onduidelijk te zijn wie verantwoordelijk is voor het betalen ervan. Helaas komt het ook voor dat hierover geprocedeerd moet worden bij de rechtbank. Dat zijn vaak emotionele geschillen tussen familieleden op een heel verdrietig moment.
In dit artikel zet ik de juridische uitgangspunten uiteen.
Opdrachtgever uitvaart
Direct na het overlijden dienen afspraken te worden gemaakt over de uitvaart. De overledene moet namelijk in principe binnen zes werkdagen na overlijden worden begraven of gecremeerd. In veel gevallen is dan nog niet duidelijk of de overledene een testament heeft opgesteld en zo ja, wat hierin geregeld is. Zo is dan ook nog niet bekend wie de erfgenamen zijn van de overledene. Daarnaast is vaak nog niet bekend of er een uitvaartverzekering is en zo ja, hoe hoog de uitkering van de verzekeraar is. Alles wordt in het werk gesteld om zo snel mogelijk de uitvaart te realiseren; de rest komt later.
In de meeste gevallen wordt een uitvaartonderneming ingeschakeld om de nabestaanden te helpen bij het organiseren van de uitvaart. De uitvaartonderneming sluit met één van hen een overeenkomst van opdracht. De persoon die zijn handtekening onder deze opdracht zet, is de opdrachtgever van de uitvaart. De opdrachtgever hoeft geen direct familielid of erfgenaam te zijn.
De uitvaartonderneming stemt met de opdrachtgever de invulling van de uitvaart af. Overigens mag de opdrachtgever niet zomaar naar eigen invulling beslissen. De wil van de overledene staat voorop. De uitvaart dient te geschieden naar de wens of de vermoedelijke wens van de overledene, tenzij deze niet kan worden vastgesteld of gevolgd. In de meeste gevallen worden de afspraken gemaakt in overleg met de directe nabestaanden.
De wet bepaalt dat de opdrachtgever van de uitvaart aansprakelijk is voor de kosten. De opdrachtgever is indien nodig gehouden uit eigen middelen de kosten te voldoen. Met andere woorden: de factuur wordt aan de opdrachtgever gezonden en deze moet de factuur betalen. Zo wordt voorkomen dat de uitvaartonderneming voor de voldoening van zijn kosten afhankelijk is van de afwikkeling van de nalatenschap door de erfgenamen met alle mogelijke discussies en tijdsverloop van dien.
Schuld van de nalatenschap
De wet bepaalt in artikel 4:7 lid 1 sub b BW dat de kosten van de uitvaart (de wet spreekt over 'lijkbezorging') een schuld van de nalatenschap vormen. Het uitgangspunt is dus dat van de nalatenschap van de overledene de kosten van de uitvaart worden betaald. Het kan zijn dat de opdrachtgever van de uitvaart de kosten niet direct uit de nalatenschap kan betalen, bijvoorbeeld omdat hij geen erfgenaam is of omdat er onvoldoende geld op de bankrekening van de overledene staat. In dat geval moet de opdrachtgever de kosten voorschieten aan de uitvaartonderneming en kan hij dit bedrag later verhalen op de nalatenschap.
Indien blijkt dat de nalatenschap negatief is (dat wil zeggen dat er meer schulden dan opbrengsten zijn), zal de opdrachtgever uit zijn eigen middelen de kosten van de uitvaart moeten betalen. Dit is overigens anders als er erfgenamen zijn die de nalatenschap zuiver hebben aanvaard. Met de zuivere aanvaarding zijn zij aansprakelijk geworden voor de schulden en dus zullen zij in dat geval uit eigen middelen de door de opdrachtgever betaalde kosten van de uitvaart aan deze opdrachtgever te vergoeden.
Wat valt er onder de kosten van de uitvaart?
De Wet op de lijkbezorging bepaalt dat onder kosten van de uitvaart in ieder geval de kist, de opbaring van de overledene, de identificatie van de overledene, het begraven of cremeren en de grafsteen vallen.
Uitvaartverzekering
Als de overledene een uitvaartverzekering heeft afgesloten, ligt het voor de hand dat deze uitkering toekomt aan degene die de kosten voor de uitvaart heeft voorgeschoten, althans dat dit bedrag in mindering komt op het bedrag dat de opdrachtgever van de uitvaart aan de uitvaartonderneming moet betalen. Er kunnen andere afspraken worden gemaakt.
Andere afspraken gemaakt?
Uit het testament kan blijken dat de erflater een speciale beschikking heeft opgenomen ten aanzien van de kosten van de uitvaart. Zo kan het bijvoorbeeld voorkomen dat aan één persoon een specifiek goed wordt gelegateerd onder de verplichting de kosten van de uitvaart voor zijn/haar rekening te nemen. Vele andere constructies zijn denkbaar. Indien de erflater een specifieke andere bepaling heeft opgenomen in het testament, kan het zijn dat van de hiervoor uitgewerkte uitgangspunten dient te worden afgeweken.
Daarnaast is het mogelijk dat de nabestaanden onderling andere afspraken maken. Denk bijvoorbeeld aan de situatie dat één van de erfgenamen een specifieke kist of urn wenst voor de overledene en aangeeft zelf deze kosten voor zijn/haar rekening te zullen nemen of aangeeft voor eigen rekening zorg te dragen voor de aanwezigheid van speciale etenswaren (zoals de worstenbroodjes waar de overledene zelf zo van hield) bij de condoleance. Het is mogelijk om in onderling overleg afspraken te maken over de kosten van de uitvaart die afwijken van de hiervoor uitgewerkte uitgangspunten. Let op: voor de uitvaartonderneming zijn deze onderlinge afspraken niet van belang. De uitvaartonderneming kan altijd betaling vorderen van de opdrachtgever van de uitvaart.
Het komt in de praktijk regelmatig voor dat partijen van mening verschillen over de gemaakte afspraken. Het is dan van belang om te weten dat het uitgangspunt is dat de kosten van de uitvaart vanuit de nalatenschap dienen te worden betaald. Indien de nalatenschap negatief is en er zijn erfgenamen die de nalatenschap zuiver hebben aanvaard, zijn zij met hun privévermogen aansprakelijk en om die reden gehouden de kosten te vergoeden aan de opdrachtgever. Het is aan de persoon die zich beroept op de afwijkende afspraken om deze, indien nodig, te bewijzen. Daarbij kan dus niet worden volstaan met het argument dat de opdrachtgever gehouden is de kosten te voldoen. Er dient gesteld en bewezen te worden dat is afgesproken dat de kosten niet voor rekening van de nalatenschap komen, bijvoorbeeld omdat de opdrachtgever uitdrukkelijk heeft aangegeven de kosten van de uitvaart voor zijn/haar eigen rekening te zullen nemen.