Op 14 november 2023 is de Wet vaste huurcontracten door de Eerste Kamer aangenomen. Deze wet bepaalt dat verhuurders van zelfstandige én onzelfstandige woonruimte in de regel alleen nog maar huurovereenkomsten voor onbepaalde tijd mogen aanbieden. Maar wat zijn de uitzonderingen op deze regel? Én wat betekent deze wet voor al lopende tijdelijke huurovereenkomsten?

Op dit moment voorziet de wet in de mogelijkheid voor verhuurders van woonruimte om huurovereenkomsten voor bepaalde tijd aan te bieden aan potentiële huurders. Verhuurders van zelfstandige woonruimte kunnen met huurders tijdelijke huurovereenkomsten overeenkomen van maximaal twee jaar. Verhuurders van onzelfstandige woonruimte kunnen daarnaast met huurders huurovereenkomsten sluiten van maximaal vijf jaar.

Wat verstaan we onder zelfstandige en onzelfstandige woonruimte?

Een zelfstandige woonruimte is een woonruimte met eigen toegang, keuken en sanitaire voorzieningen. Bij onzelfstandige woonruimte worden daarentegen de toegang, keuken en sanitaire voorzieningen van de woonruimte gedeeld door meerdere bewoners.

Ingangsdatum Wet vaste huurcontracten

Naar verwachting zal de Wet vaste huurcontracten en de bijbehorende algemene maatregel van bestuur op 1 juli 2024 in werking treden. Eind vorig jaar heeft de minister van volkshuisvesting echter wel aangegeven dat de wet mogelijk al eerder in werking zal kunnen treden als de algemene maatregel van bestuur eerder gereed is. Vanaf de ingangsdatum mogen verhuurders van zelfstandige en onzelfstandige woonruimte in de regel alleen nog maar huurovereenkomsten voor bepaalde tijd aanbieden.

Uitzonderingen op de regel

Enkel in bepaalde situaties zal het mogelijk blijven om tijdelijke huurovereenkomsten aan te kunnen aanbieden. De groepen voor wie deze uitzondering geldt, zullen worden opgenomen in een algemene maatregel van bestuur. Het ontwerpbesluit van deze algemene maatregel van bestuur is op 2 februari 2024 aangeboden aan de Tweede en Eerste Kamer. In dit ontwerpbesluit zijn de volgende groepen opgenomen:

  • studenten die voor hun studie tijdelijk in een andere gemeente binnen Nederland willen woning of afkomstig zijn uit het buitenland en in Nederland studeren;
  • huurders die in verband met dringende werkzaamheden of renovatie van hun woning tijdelijk elders wonen;
  • urgent woningzoekenden;
  • huurders met wie de verhuurder een tweede-kans-contract aangaat (huurders waarvan een eerder huurcontract is beëindigd, bijvoorbeeld omdat deze ernstige overlast veroorzaakte);
  • wezen en nabestaanden;
  • gescheiden ouders;
  • huurders die werken op de Waddeneilanden;
  • vergunninghouders (statushouders) die direct uit een COA-opvanglocatie komen en in afwachting zijn van definitieve huisvesting.

Wat betekent de wet voor al lopende huurovereenkomsten?

Het in werking treden van de wet zal geen effect hebben op al lopende huurovereenkomsten voor bepaalde tijd. Deze huurovereenkomsten kunnen beëindigd worden op de overeengekomen einddatum.

Tot het moment dat de wet in werking treedt, blijft het mogelijk voor verhuurders om gebruik te maken van de mogelijkheid om huurovereenkomsten voor bepaalde tijd aan te bieden aan potentiële huurders. Alertheid is echter geboden voor huurovereenkomsten die ondertekend worden vóór het moment van inwerkingtreding van de wet, maar pas aan zullen vangen na het in werking treden van de wet. Uit het wetsvoorstel volgt niet of dergelijke huurovereenkomsten dan wel zullen blijven gelden als huurovereenkomsten voor bepaalde tijd of dat die alsnog zullen kwalificeren als huurovereenkomsten voor onbepaalde tijd.

Indien verhuurders na het in werking treden van de Wet vaste huurcontracten alsnog huurovereenkomsten voor bepaalde tijd zullen overeenkomen met huurders, zullen deze huurovereenkomst alsnog gelden als huurovereenkomsten voor onbepaalde tijd.

Gepubliceerd op 18 maart 2024.