Als onterfd kind is er de aanspraak op de legitieme portie. Mijn collega Dynthe Cats heeft dit toegelicht in haar artikel: "Het onterven van kinderen en de legitieme portie". De vraag die vervolgens rijst is hoe een legitieme portie wordt vastgesteld.
Legitimaire massa
De legitieme portie wordt gebaseerd op de zogeheten legitimaire massa (artikel 4:65 BW). De legitimaire massa is niet hetzelfde als de omvang van de nalatenschap op de overlijdensdatum van de erflater. De legitimaire massa wordt gebaseerd op de omvang van de nalatenschap en wordt vervolgens gecorrigeerd met onder meer de giften tot aan de datum van overlijden. Dit houdt in dat een schenking van bijvoorbeeld € 10.000,00 die twee jaar voorafgaand aan het overlijden is gedaan aan een erfgenaam, voor de omvang van de legitimaire massa wordt opgeteld bij de nalatenschap op het moment van overlijden.
Benodigde informatie
Om de legitimaire massa (en dus de legitieme portie) vast te stellen, is er veel informatie nodig. De benodigde informatie omvat niet alleen het vermogen per overlijdensdatum, maar ook de financiële transacties voorafgaand aan het overlijden. Artikel 4:78 BW bepaalt of de erfgenamen gezamenlijk, of de executeur, deze informatie aan het onterfde kind moet verschaffen. Als aan dit verzoek geen of onvoldoende gehoor wordt gegeven, kan via de rechtbank afgifte worden afgedwongen.
Procedures over verstrekken informatie
Over het verstrekken van informatie op grond van artikel 4:78 BW wordt regelmatig geprocedeerd. Eén van de meest recente uitspraken is de uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Lelystad van 21 oktober 2020. In deze procedure is de executeur aangesproken tot het verstrekken van informatie. De vordering op dit punt besloeg negentien onderdelen, onder meer bestaande uit het verstrekken van de aangiften en aanslagen IB, bankafschriften, taxatierapporten en een boedelbeschrijving.
Daartegenin stelt de executeur dat de vorderingen moeten worden afgewezen, omdat er onder meer sprake zou zijn van een "fishing expedition", een zoektocht naar belastende informatie. De rechtbank begint haar beoordeling met de algemene opmerking dat in de wet is verankerd dat er simpelweg de verplichting is om alle relevante informatie ter beschikking te stellen om de legitimaire massa vast te stellen, waarmee de stelling over een fishing expedition terzijde wordt geschoven.
De executeur voert voor diverse vorderingen nog separaat verweer zoals het ontbreken van belang en de stelling dat de relevante informatie al zou zijn overgelegd. De rechtbank maakt korte metten met de verweren van de executeur. Alle aan de executeur verzochte informatie moet worden verstrekt.
De verzochte dwangsom wordt afgewezen. De rechtbank vermeldt daarbij wel dat het niet overleggen van stukken door de executeur het gevolg kan hebben dat de rechtbank daaraan de gevolgen zal verbinden die haar gerade voorkomen. Dit laatste is de standaard bewoording voor een signaal aan (in dit geval) de executeur, dat het niet overleggen van stukken in zijn nadeel zal worden toegepast.
Samenvattend: om als onterfd kind tot de berekening van de legitieme portie te komen is het nodig om eerst de legitimaire massa te berekenen. Voor die berekening is veel informatie nodig over het vermogen per overlijdensdatum en de transacties voor die tijd. Verschaft de executeur niet de benodigde informatie, dan is het mogelijk om hem of haar via de rechtbank te dwingen tot afgifte. Hier wordt regelmatig over geprocedeerd.
Wilt u meer weten over de legitieme portie of het erfrecht in zijn algemeenheid? Neemt u dan contact op met mij of één van mijn collega's van de sectie.