Regelmatig ben ik te gast bij bezwaarschriftencommissies. De overheid nam een besluit waar mijn cliënt door werd getroffen. Hij (m/v) maakt daartegen bezwaar. ‘Het bezwaar wordt behandeld door een onafhankelijke bezwaarschriftencommissie’, schrijft de secretaris van de bezwaar-schriftencommissie mij. Mijn cliënt vindt het geen zuivere koffie: ‘het is gewoon de slager die zijn eigen vlees keurt’. Heeft hij gelijk?
Heel principieel gezien heeft de cliënt het bij het rechte eind als hij spreekt over de manier waarop een beslissing op bezwaar wordt genomen. De bezwaarschriften-commissie adviseert wel, maar burgemeester en wethouders nemen zelf het besluit op bezwaar. Zij kunnen afwijken van het advies van de commissie. Maar, zegt de wet, dan moet wel extra worden gemotiveerd waarom ze het met het advies van de commissie niet eens zijn.
Commissies zijn er in soorten en maten. Er zijn gemeenten waar de Commissie bestaat uit onafhankelijke derden. Maar het komt ook voor dat alleen de voorzitter onafhankelijk is, en dat een raadslid en een ambtenaar meekijken. Dat is dus niet helemaal onafhankelijk, maar het mag wel. Ook is het toegestaan dat een wethouder de hoorzitting leidt en dat een ambtenaar bij de hoorzitting aanwezig is. Toen ik nog ambtenaar was, heb ik regelmatig op die wijze hoorzittingen begeleid.
Bezwaarschriftencommissie onafhankelijk?
Het spreekt voor zich dat de hier opeenvolgende beschreven varianten steeds minder onafhankelijk zijn. Toch moet u niet denken dat de wethouder niet probeert om onafhankelijk te zijn. Doorgaans is dat echt wel het geval. Maar hij of zij is dat natuurlijk niet.
Bij een onafhankelijke commissie krijgen de drie commissieleden het dossier toegezonden en horen zij de bezwaarmaker in een hoorzitting. Ik ben zelf lid van drie van zulke commissies en ik kan zeggen dat de advisering van een dergelijke commissie normaal gesproken wel degelijk écht onafhankelijk is.
De rol van de bezwaarschriftencommissie is wat mij betreft méér dan alleen maar ‘rechtbankje spelen’. Een bezwaarschriftencommissie die alleen een juridische toets op het bestreden besluit uitvoert, schiet naar mijn inzicht tekort. Het is immers de bedoeling van de wetgever geweest dat bestuur en burger ‘met elkaar in gesprek komen’. Ik zie dan ook regelmatig voor mijn ogen gebeuren dat in de hoorzitting de zaak tot een einde komt, omdat, al dan niet met zachte hand door de commissie, burger en ambtenaar eindelijk naar elkaar toe worden geduwd. Dat zijn de mooiste momenten.
Eigen ervaring
In de twaalf jaar dat ik in dergelijke commissies zit, heb ik nog nooit van een college van burgemeester en wethouders een instructie gehad of zelfs maar gehoord dat over een bepaalde zaak een bepaald advies gewenst werd. De instructies vanuit het College waren steeds slechts procedureel van aard: men wil dat de Commissie binnen een bepaalde tijd adviseert, of dat de hoorzitting binnen een vast aantal weken nadat het bezwaar is ingesteld wordt gehouden. Maar aan de inhoud komt men in mijn ervaring niet: een onafhankelijke adviescommissie is dan ook doorgaans écht onafhankelijk.
Als advocaat ben ik dan ook meestal meer geïnteresseerd in het advies van de bezwaarschriftencommissie, dan in het uiteindelijke besluit van
burgemeester en wethouders. Als het advies positief is, maar burgemeester en wethouders besluiten negatief, heb ik vaak een prima zaak bij de rechter. Andersom, als de Commissie negatief adviseert, moet ik mijn zaak nog eens extra tegen het licht houden: drie leden van de commissie, doorgaans met een ferme staat van dienst, achten mijn bezwaar niet steekhoudend. Heeft het zin om beroep in te stellen?
Daarom heeft een bezwaarzitting wat mij betreft altijd zin, zolang, in ieder geval, de commissie of het ‘horende’ collegelid zich maar actief en onafhankelijk opstelt.
Wordt u geconfronteerd met een bezwaarzaak, of wilt u zelf bezwaar instellen, dan kunt u bij mij terecht. Ik weet hoe de hazen lopen, aan alle kanten van de tafel.
Gepubliceerd op 6 november 2014.