Het kabinet neemt een aantal maatregelen om ondernemers te ondersteunen tijdens de coronacrisis. De Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW) is één van die maatregelen. De NOW vervangt de Werktijdverkorting-regeling (wtv-regeling), die op 17 maart 2020 is ingetrokken. De voorwaarden van de NOW zijn op 31 maart 2020 bekendgemaakt.
Wat houdt de NOW 1.0 in?
Werkgevers die te maken hebben met tenminste 20% verwacht omzetverlies over een periode van 3 aaneengesloten maanden (waarvan de startdatum valt op 1 maart, 1 april of 1 mei 2020), kunnen – gerelateerd aan het omzetverlies – bij het UWV voor een periode van 3 maanden een tegemoetkoming in de loonkosten aanvragen ter hoogte van maximaal 90% van de loonsom.
Hoe wordt de hoogte van de subsidie bepaald?
De hoogte van de tegemoetkoming in de loonkosten is afhankelijk van de terugval in omzet, maximaal 90% van de loonsom. Hieronder enkele voorbeelden van hoe de relatie tussen omzetdaling en hoogte van de tegemoetkoming uitwerkt:
- als 100% van de omzet wegvalt, bedraagt de tegemoetkoming 90% van de loonsom van een werkgever;
- als 50% van de omzet wegvalt, bedraagt de tegemoetkoming 45% van de loonsom van een werkgever;
- als 25% van de omzet wegvalt, bedraagt de tegemoetkoming 22,5% van de loonsom van een werkgever.
Hoe wordt de loonsom bepaald?
De loonsom bestaat uit het loon waarover de premies werknemersverzekeringen worden afgedragen, oftewel het sociale verzekeringsloon.
Het UWV gebruikt voor het vaststellen van de hoogte van de subsidie in beginsel de loonsom van januari 2020. Het loon van alle werknemers die in januari 2020 bij de aanvrager in dienst waren, tellen hierin mee. Voor de berekening van de subsidie telt echter maximaal € 9.538,- van het loon per werknemer mee.
Ook aanvullende lasten en kosten zoals onder andere werkgeverspremies en werknemersbijdragen aan pensioen, kostenvergoedingen en de opbouw van vakantiebijslag worden gecompenseerd. Daarvoor hanteert het UWV een opslag van 30% bovenop de loonsom.
Bij de definitieve vaststelling van de subsidie, na afloop van de subsidieperiode, wordt loonsom van januari 2020 vergeleken met de loonsom van de maanden maart tot en met mei 2020. Als de daadwerkelijke loonsom in deze periode lager is dan driemaal de loonsom van januari 2020, wordt de subsidie bij de definitieve vaststelling daarvan ook lager.
Als de loonsom van maart tot en met mei hoger is dan driemaal de loonsom van januari, dan wordt bij de definitieve vaststelling van de NOW 1.0 de loonsom van maart 2020 als uitgangspunt genomen. Hiermee gaat het subsidiebedrag voor de werkgever omhoog. Deze rekenmethode geldt automatisch voor alle werkgevers met een hogere gemiddelde loonsom in de periode maart tot en met mei 2020 dan in de maand januari 2020.
De NOW 1.0 is een tegemoetkoming in de loonkosten van de periode maart tot en met mei 2020. Dit loonsomtijdvak geldt voor alle aanvragen. Dus ook wanneer de periode van omzetdaling wordt berekend over de driemaandsperiode april tot en met juni 2020 of mei tot en met juli 2020, geldt dat de subsidie ontvangen wordt voor de loonkosten van de werkgever in de periode maart tot en met mei 2020.
Maakt de uitbetaling van vakantiegeld ook deel uit van de loonsom?
Nee, de jaarlijkse uitbetaling van vakantiegeld telt niet mee in de loonsom. De subsidie dekt wel de opbouw van vakantiegeld gedurende de periode van de tegemoetkoming door middel van de opslag van 30% op de loonsom.
Wat is de definitie van omzet?
Voor de definitie van omzet is aangesloten bij de omzetdefinitie in het jaarrekeningrecht. Er wordt uitgegaan van de netto-omzet: de opbrengst uit levering van goederen en diensten uit het bedrijf van de rechtspersoon of natuurlijke persoon onder aftrek van kortingen en over de omzet geheven belasting. Opbrengsten zijn baten die ontstaan bij de uitvoering van de normale activiteiten van een onderneming.
De baten, opbrengsten en andere voordelen (zoals uitkeringen, subsidies en bijdragen vanuit een overheidsinstelling) of andere opbrengsten (zoals giften of declaraties vanuit zorgverzekeraars) worden ook als omzet gezien voor de regeling. Hetzelfde geldt voor wijzigingen in onderhanden projecten.
Hoe wordt de omzetdaling berekend?
De werkgever kan een omzetdaling opgeven in een aaneengesloten meetperiode van drie maanden die start op 1 maart, 1 april of 1 mei 2020. Deze keuze voor een bepaalde meetperiode moet bij de aanvraag worden opgeven en kan niet meer worden gewijzigd. De omzet in deze driemaandsperiode wordt vergeleken met een referentieperiode. Uitgangspunt is dat de referentieperiode de omzet van januari tot en met december 2019 is gedeeld door vier.
Voor startende ondernemingen en situaties van overgang van onderneming in de periode 2019 tot 1 februari 2020 zal worden uitgegaan van de fictie dat het bedrijf uiterlijk 1 februari 2020 is gestart, omdat er anders geen relevante refertemaand voor de omzet voorhanden is.
Op welk niveau moet de omzetdaling worden bepaald?
Voor werkgevers die bestaan uit één rechtspersoon of natuurlijk persoon gaat het om de (verwachte) omzetdaling op het niveau van de rechtspersoon of natuurlijk persoon. Het is dus niet mogelijk om de omzetdaling per afdeling te bepalen.
Als sprake is van een groep of verbonden rechtspersonen dan geldt als hoofdregel dat op concernniveau sprake moet zijn van een (verwachte) omzetdaling van ten minste 20%. Buitenlandse rechtspersonen of vennootschappen die geen loon in Nederland hebben, tellen voor het bepalen van de omzetdaling op concernniveau niet mee.
Als de werkgever onderdeel uitmaakt van concern moet bij de aanvraag de omzet van de groep of verbonden rechtspersonen tezamen worden opgeven om te bepalen of de werkgever in aanmerking komt voor de NOW. De verschillende werkgevers in de groep moeten dus hetzelfde percentage verwachte omzetdaling en dezelfde meetperiode kiezen. Wel moet er per loonheffingennummer een aanvraag worden gedaan.
Voor aanvragen die vanaf 5 mei 2020 worden gedaan geldt dat aan een werkgever die deel uitmaakt van een groep waarvan de omzetdaling minder dan 20% bedraagt, op verzoek subsidie kan worden verstrekt op basis van de omzetdaling van de afzonderlinke rechtspersoon of vennootschap. Aan deze mogelijkheid zijn extra voorwaarden verbonden.
Is een accountantsverklaring vereist?
Een accountantsverklaring is niet vereist bij het indienen van de aanvraag voor een voorschot.
Bij de aanvraag tot definitieve vaststelling van de NOW-subsidie is een accountantsverklaring verplicht voor ondernemingen die een voorschot (80% van het verleende subsidiebedrag) hebben ontvangen van € 100.000,-- of meer. Om te voorkomen dat de ondernemer een laag voorschot krijgt, maar bij vaststelling toch een subsidie ontvangt die (veel) hoger is dan € 125.000,-- zonder dat daarbij een accountantsverklaring hoeft te worden overlegd, wordt ook bij een vastgestelde subsidie van € 125.000,-- of meer een accountantsverklaring vereist.
Bedrijven en instellingen die een voorschot van minder dan € 100.000,-- hebben ontvangen zullen zelf moeten inschatten of de subsidie op € 125.000,-- of meer zal worden vastgesteld, waardoor ook zij een accountantsverklaring nodig hebben.
De verzoeken tot vaststelling waarbij geen accountantsverklaring is vereist zullen steekproefsgewijs worden gecontroleerd.
Daarnaast zal als geen accountantsverklaring overlegd hoeft te worden bij het verzoek om vaststelling van een subsidie met een voorschot boven de € 20.000,-- of een vaststellingsbedrag boven de € 25.000,-- een verklaring van een derde overlegd moeten worden die de omzetdaling bevestigt. Dit kan bijvoorbeeld gaan om een administratiekantoor, financieel dienstverlener of brancheorganisatie.
Er dient in ieder geval een accountsverklaring te worden overgelegd indien een werkgever die deel uitmaakt van een groep op basis van zijn eigen omzetdaling subsidie voor haar loonkosten heeft aangevraagd.
Voor welke arbeidskrachten geldt de NOW?
De tegemoetkomingsregeling voorziet in ondersteuning in de vorm van een subsidie voor de loonkosten van vaste werknemers en werknemers met een flexibel contract voor zover zij in dienst blijven gedurende de aanvraagperiode. Werkgevers kunnen dus ook werknemers met flexibele contracten met behulp van de tegemoetkoming in de loonkosten in dienst houden.
Ingeleende krachten (zoals payroll- en uitzendkrachten) tellen niet mee in de loonsom van het bedrijf waar ze de werkzaamheden verrichten. Payrollwerkgevers of uitzendbureaus kunnen via de NOW een tegemoetkoming aanvragen en worden gecompenseerd voor de loonkosten voor deze arbeidskrachten.
Geldt de NOW ook voor directeur-grootaandeelhouders (DGA's)?
DGA's zijn doorgaans niet (verplicht) verzekerd voor de werknemersverzekeringen. Hun loon telt niet mee bij het berekenen van de hoogte van de subsidie.
Geldt de regeling ook voor startende ondernemers?
Ja, mits er al voor 1 maart minstens één maand omzet is gedraaid.
Als het bedrijf is gestart na 1 januari 2019, dan geldt voor het bedrijf een andere meetperiode voor de omzetberekening dan bedrijven die heel 2019 al bestaan. Voor deze bedrijven geldt dat de maanden vanaf het moment waarop de bedrijfsuitoefening is aangevangen tot en met februari 2020 worden meegenomen, omgerekend naar 3 maanden. De omzet wordt in de driemaandsperiode in 2020 (meetperiode) dan naar rato vergeleken met de omzet vanaf de kalendermaand dat de bedrijfsuitoefening is begonnen.
Wat als ik toch noodgedwongen mensen moet ontslaan vanwege bedrijfseconomische redenen?
Van de werkgever die gebruik maakt van de NOW 1.0 wordt verwacht dat hij gedurende de periode tussen 18 maart en 31 mei 2020 geen ontslagaanvraag doet bij UWV doet wegens bedrijfseconomische redenen.
Schendt de werkgever deze voorwaarde door toch een ontslagaanvraag in te dienen bij het UWV, dan zal het UWV deze aanvraag in behandeling nemen en daarop beslissen. Bij de vaststelling van de subsidie wordt daarvoor dan wel een correctie doorgevoerd. Voor het doorvoeren van deze correctie is niet van belang of het UWV de ontslagaanvraag heeft toe- of afgewezen. Bij de definitieve vaststelling van de NOW-toekenning wordt bepaald wat het loon is van de werknemers voor wie ontslag is aangevraagd. Dit loon wordt vervolgens verhoogd met 50%. Dit loon plus de vermeerdering van 50% wordt vervolgens in mindering gebracht op de totale loonsom op grond waarvan de uiteindelijke hoogte van de subsidie wordt gebaseerd. Er wordt daarbij geen rekening gehouden met de omzetdaling.
Moet ik mijn werknemers informeren over het gebruik van de NOW?
Ja. Indien de subsidie wordt verleend is de werkgever verplicht de ondernemingsraad, de personeelsvertegenwoordiging of bij het ontbreken daarvan de werknemers te informeren over de NOW-toekenning.
Mag ik de subsidie aanwenden om mijn crediteuren te betalen?
Nee. De werkgever is verplicht om de subsidie volledig aan te wenden voor het betalen van de door hem verschuldigde loonkosten.
Ik ontvang een loonkostensubsidie van de gemeente, moet ik aan de gemeente melding doen van het gebruik van de NOW?
Nee. Per 5 mei 2020 is de verplichting voor de werkgever om aan de gemeente waarvan hij loonkostensubsidie ontvangt een melding te doen van de NOW-toekenning komen te vervallen. Dubbele financiering van loonkosten is daarbij uitdrukkelijk geaccepteerd.
Is verlenging van de tegemoetkoming mogelijk?
Op 20 mei 2020 is aangekondigd dat de NOW wordt verlengd. De NOW 2.0 ziet op de periode juni tot en met september 2020 en hanteert dezelfde systematiek van tegemoetkoming als de NOW 1.0, maar bevat ook een aantal wijzigingen en extra voorwaarden.
Op welke periode ziet de NOW 1.0?
De NOW 1.0 ziet op omzetdalingen gedurende drie aaneengesloten kalendermaanden in de periode 1 maart tot en met 31 juli 2020.
Hoe ziet de uitvoering van de NOW eruit?
Op basis van de aanvraag zal het UWV een voorschot verstrekken ter hoogte van 80% van de verwachte subsidie. Het UWV streeft ernaar om binnen 3 á 4 weken na indiening van de aanvraag (de eerste termijn van) het voorschot te betalen aan de werkgever.
Het voorschot dat in het kader van de NOW wordt verstrekt, is (behoudens uitzonderingen) gebaseerd op de loonsom over januari 2020. Als de loonsom over de maanden maart-april-mei lager is, wordt 90% van de daling van de loonsom afgetrokken van het definitieve subsidiebedrag.
Wat gebeurt er met mijn reeds ingediende aanvraag voor werktijdverkorting?
Reeds ingediende wtv-aanvragen worden beschouwd als aanvragen voor de nieuwe regeling. Wel zal aanvullende informatie worden opgevraagd bij de indieners.
Wanneer wordt de regeling opengesteld?
Aanvragen voor de NOW 1.0 tegemoetkoming kunnen vanaf 6 april 2020 tot en met 5 juni 2020 worden ingediend bij het UWV. Aanvragen moeten per loonheffingennummer worden ingediend. Als een werkgever over meerdere loonheffingennummers beschikt, moet de werkgever meerdere aanvragen indienen om voor zijn hele loonsom subsidie aan te vragen. De subsidiabele loonsom zal dus vastgesteld worden per loonheffingennummer. De werkgever moet bij de aanvraag of aanvragen echter wel de omzetdaling opgeven die hij verwacht voor de gehele onderneming. Bij elke aanvraag moet dus dezelfde omzetdaling en referentieperiode ingevuld worden.
Aanvragen voor de NOW 2.0 kunnen naar verwachting vanaf 6 juli 2020 worden ingediend.
Mag ik een nieuwe subsidieaanvraag indienen als mijn eerdere subsidieaanvraag wordt geweigerd?
Nee. De werkgever kan per loonheffingennummer één keer een aanvraag voor een subsidietijdvak indienen. Dat brengt met zich dat als een subsidieaanvraag wordt geweigerd, de werknemer niet nogmaals voor datzelfde loonheffingnummer een aanvraag mag indienen voor hetzelfde subsidietijdvak.
Lees hier over de overige maatregelen die het kabinet op 17 maart 2020 vanwege het coronavirus heeft aangekondigd.
Wij zijn een kosteloze, telefonische eerstelijnsservice gestart om onze relaties en cliënten te helpen met vragen rondom het coronavirus. Klik hier voor meer informatie over de VVA Corona Helpdesk.
Publicatiedatum: 18 maart 2020
Update: 4 juni 2020