Bescherming van geheime bedrijfsinformatie tegen onbevoegd gebruik door derden is een onderwerp dat de rechtspraak al lang bezighoudt.

31 januari 2019 is het een eeuw geleden dat de Hoge Raad in de sedertdien beroemde zaak Lindebaum/Cohen overwoog: “dat onder onbevoegd gebruik zeker valt de daad van hem, die tot eigen baat, door giften en beloften den bediende van een concurrent overhaalt de beroepsgeheimen van zijn meester aan dezen afhandig te maken en aan hemzelven te openbaren”.

Sindsdien werd in Nederland de bescherming tegen inbreuk op bedrijfsgeheimen beoordeeld binnen de kaders van het algemene leerstuk van de onrechtmatige daad.

Van EU Richtlijn naar wetsvoorstel

Op 8 juni 2016 kwam de EU Richtlijn 2016/943 “betreffende de bescherming van niet-openbaar gemaakte knowhow en bedrijfsinformatie (bedrijfsgeheimen) tegen het onrechtmatig verkrijgen, gebruiken en openbaar maken daarvan” (“De Richtlijn”)  tot stand.

Hetgeen daarin is opgenomen, moet door de EU lidstaten uiterlijk twee jaar later zijn geïmplementeerd in de eigen nationale wetgeving. Dat is dus 8 juni 2018. Lukt dat niet, dan moeten de nationale rechters vanaf die datum beslissen conform de bepalingen opgenomen in de Richtlijn. In de Nederlandse wetgeving hebben de bepalingen uit de Richtlijn geleid tot het wetsvoorstel 34821.

Definitie bedrijfsgeheimen

Als bedrijfsgeheim wordt beschouwd:

“informatie die:

  1. geheim is in die zin dat zij, in haar geheel dan wel in de juiste samenstelling en ordening van haar bestanddelen, niet algemeen bekend is bij of gemakkelijk toegankelijk is voor degenen binnen de kringen die zich gewoonlijk bezighouden met dergelijke informatie;
  2. handelswaarde bezit omdat zij geheim is, en
  3. door degene die daar rechtmatig over beschikt, onderworpen is aan redelijke maatregelen, gezien de omstandigheden, om deze geheim te houden;”

Het moet dus gaan om geheime informatie die daardoor economische waarde vertegenwoordigt en die beveiligd is. De informatie kan zeer divers zijn. Te denken valt aan receptuur, klantgegevens, niet-octrooieerbare uitvindingen, prijslijsten, korting- en bonusregelingen, commerciële plannen, strategieën, algoritmen, werkwijzen etc.

Betrokken partijen

Verder is gedefinieerd wie als rechthebbende (de wet spreekt over “houder”) van een bedrijfsgeheim is te beschouwen. Dat is “iedere natuurlijke of rechtspersoon die rechtmatig over een bedrijfsgeheim beschikt“. Dat kan dus ook een licentienemer of een personeelslid zijn die volgens een overeenkomst de beschikking heeft over een bedrijfsgeheim.

Een  “inbreukmaker” is “iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die een bedrijfsgeheim onrechtmatig heeft verkregen, gebruikt of openbaar maakt“. Daarbij gaat het niet alleen om hij die wist dat gebruik onrechtmatig is. Het gaat ook om hij die gezien de omstandigheden had moeten weten dat het gebruik of de openbaarmaking van de bedrijfsgeheimen onrechtmatig was.

Het is dan ook zaak om contractueel goed te regelen wat partijen die aanvankelijk bedrijfsgeheimen rechtmatig ter beschikking kregen, nog mogen als de overeenkomst die hen het recht op gebruik van die geheimen gaf, is geëindigd. Het verdient aanbeveling om bestaande contracten hierop nader te beoordelen en waar nodig aan te passen.

Geen inbreuk op een bedrijfsgeheim

Als een bedrijfsgeheim wordt verkregen door een onafhankelijke ontdekking of onafhankelijk ontwerp of het gevolg is van “observatie, onderzoek, demontage of testen van een product of voorwerp dat ter beschikking van het publiek is gesteld of dat op een rechtmatige manier in het bezit is van degene die de informatie verwerft en die niet gebonden is aan een rechtsgeldige verplichting het verkrijgen van het bedrijfsgeheim te beperken”(lees: reverse engineering) of “iedere andere praktijk die, gezien de omstandigheden, in overeenstemming is met eerlijke handelspraktijken”, dan is er geen sprake van inbreuk op een bedrijfsgeheim..

Conclusie

De bovenstaande wettelijke definities zullen naar verwachting leiden tot een scala aan nieuwe discussies. De rechter zal zich waarschijnlijk moeten buigen over de vraag of sprake is van een bedrijfsgeheim waarop inbreuk wordt gemaakt. Daarbij zal ook aandacht uitgaan naar de beveiligingsmaatregelen die getroffen zijn om de informatie geheim te houden. Daarover meer in mijn volgende bijdrage. Hebt u reeds vragen over de bescherming van bedrijfsgeheimen of inbreuk daarop, dan kunt u mij bellen.

Publicatiedatum: 5 juni 2018

Vragen over dit artikel of dit onderwerp?