In de afgelopen jaren is het aantal ondernemers zonder personeel (zzp-ers) fors toegenomen. Vastgoedeigenaren hebben op die toename ingespeeld.
Overal in het land zijn locaties gerealiseerd waar een zzp-er (tijdelijke) kantoorruimte kan huren. In de volksmond spreken we dan over een flexplek in een verzamelkantoorgebouw.
Als huurder van een winkel of van een kantoor geniet je in Nederland een (vergaande mate van) bescherming, bijvoorbeeld als het gaat om het eindigen van de huurovereenkomst.
De huurovereenkomst met betrekking tot een winkel kan door de verhuurder alleen wegens bepaalde omstandigheden en tegen een bepaald moment worden beëindigd; de huurder van een kantoor geniet gedurende maximaal drie jaar ontruimingsbescherming. Geniet de gebruiker van een flexplek ook huurbescherming?
Huurder of niet?
Een eerste interessante vraag is die of de gebruiker van een flexplek beschouwd moet worden als huurder. Of neemt die zzp-er alleen diensten af? Als de relatie tussen het verzamelkantoorgebouw en de zzp-er als huur moet worden beschouwd, komt de vraag op of er dan een onroerende zaak (een deel van de bedrijfsruimte) wordt gehuurd of dat er slechts een roerende zaak (een bureau) wordt gehuurd. In het eerste geval geniet de zzp-er namelijk wel huurbescherming.