U krijgt van de aanbestedende dienst de stukken binnen. U kijkt er goed naar en u vindt dat u een goede kandidaat bent om de klus te doen. U leest de stukken en u stelt vragen op alle dingen die u onduidelijk vindt in het bestek. Soms krijgt u een helder ja of nee terug van de aanbestedende dienst. Soms zijn de antwoorden minder duidelijk dan gewenst, maar de trein rijdt verder; u gaat inschrijven op de aanbesteding.
Het inschrijven op een aanbesteding is best ingewikkeld. Aan alle gestelde vereisten zult u moeten voldoen, anders vliegt u er in de aanbesteding uit. Dat is voor uw onderneming geen probleem want u bent state-of-the-art en u kunt prima leveren wat de aanbestedende dienst vraagt. Ook de uitsluitingsgronden zijn niet op u van toepassing: u heeft uw Uniform Europees Aanbestedingsdocument ingevuld. De gedragsverklaring aanbesteden is voorhanden en ook de verklaring van de Belastingdienst, dat u al uw belastingen keurig netjes hebt betaald, heeft u op de plank liggen. U heeft in uw onderneming geborgd dat die elke zes maanden opnieuw wordt aangevraagd.
De aanbestedende dienst vindt het allemaal goed en gaat uw inschrijving beoordelen. U krijgt enkele weken later keurig een gunningsbeslissing op de mat, waaruit blijkt dat u 2de bent geworden. Vervelend. To say the least.
Beoordeling in orde?
Met die beoordeling zijn er wat gekke dingen aan de hand. U ziet dat punten worden toegekend aan andere inschrijvers die kennelijk dingen hebben opgeschreven die helemaal niet waren gevraagd. U krijgt als feedback terug dat u geen antwoord op een bepaalde vraag heeft gegeven, maar u had dat punt wel degelijk beantwoord; de beoordelingscommissie weet kennelijk niet goed hoe uw vakgebied in elkaar steekt. U twijfelt aan de deskundigheid van de beoordelingscommissie.
Dit kunnen allemaal redenen zijn om een kort geding te starten. Ik start met enige regelmaat kort gedingen over de vraag of de beoordeling nu wel of niet in orde is geweest.