De ketenregeling is de wettelijke regeling, die bepaalt hoeveel tijdelijke arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd maximaal achter elkaar gesloten mogen worden, voordat er een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd ontstaat.
De ketenregeling houdt in dat maximaal drie arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd op rij – met een onderbreking van minder dan zes maanden – binnen een periode van drie jaren mochten worden gesloten; ook wel de 3x3x6-regeling genoemd. Bij de vierde arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd of doorwerken door de werknemer de dag na het verstrijken van de periode van drie jaar ontstaat van rechtswege een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.
Op de ketenregeling geldt een uitzondering voor arbeidsovereenkomsten met scholieren jonger dan 18 jaar en voor bestuurders van rechtspersonen. Verder kan de ketenregeling in een collectieve arbeidsovereenkomst in een aantal specifieke gevallen buiten toepassing zijn verklaard.
De ketenregeling geldt ook in het geval van opvolgend werkgeverschap. Vanaf 1 juli 2015 is in de wet geregeld dat in de volgende situatie sprake is van opvolgend werkgeverschap:
“Elkaar opvolgende arbeidsovereenkomsten tussen werknemer en verschillende werkgevers, die ten aanzien van de verplichte arbeid redelijkerwijs geacht moeten worden elkanders opvolger te zijn.”
Dit is bijvoorbeeld het geval in de situatie, waarin een werknemer zowel als uitzendkracht als op basis van een arbeidsovereenkomst (vrijwel) dezelfde werkzaamheden verricht voor/binnen hetzelfde bedrijf. Door de wetgever was de vraag hoe om te gaan met het voor 1 juli 2015 gehanteerde strengere criterium voor het aannemen van opvolgend werkgeverschap onbeantwoord gelaten. De Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2017:2905) heeft geoordeeld dat werkgeverswisselingen die voor 1 juli 2015 hebben plaatsgevonden op basis van het voor 1 juli 2015 geldende recht moeten worden beoordeeld en heeft daarmee duidelijkheid geboden.
Misbruik van de ketenregeling wordt door de rechter niet gewaardeerd en ook niet gehonoreerd. De werkgever, die na drie arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd koos voor een payroll-constructie, zag het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (ECLI:NL:GHARL:2018:7135) tot de vaststelling komen dat die constructie niet toelaatbaar was en dus een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.
Dit artikel is voor het laatst bijgewerkt op 17 maart 2025.